Updates

Mijn (wed)strijd

Ik weet eigenlijk niet goed waar te beginnen.

Het was niet allemaal een groot drama. Over bepaalde delen van mijn race heb ik nog best wel een goed gevoel, maar de emoties van het looponderdeel overheersen.

Bij het begin dan maar.

Het ochtendritueel ging prima; opstaan lukt me altijd wel, de witte boterhammen met jam behoren tot de categorie ‘omdat het moet’, de gebruikelijke mengeling van ‘ikwilnietikwilwel’ was er natuurlijk ook.

De twijfel was wel veel groter dan vorig jaar. Toen kwam ik in topvorm aan de start, nu had ik zorgen om mijn knie, en het bijbehorende tekort aan trainingsuren. Maar dat was in Wiesbaden niet anders, en daar was het toch ook best goed gegaan...

We - Mark, Marco, Fred en ik - vertrokken om kwart voor vijf richting Lake Las Vegas. Ik was wel ‘afwezig’, maar achteraf bezien was dat niet de zweverige staat die hoort bij superfocus. Mijn wedstrijdspanning bestond voornamelijk uit onzekerheid.

En dus hield ik me vast aan een duidelijk plan: ik kan hard zwemmen, mijn fietsen is ok, we zien wel wat het lopen me brengt. Met dat onzekere plan wist ik dat ik ook wilde genieten van dit WK; het is tenslotte de kers op de taart, waarvoor ik hard gewerkt had.

In het parc fermee zette mijn banden op spanning, helm, bril, startnummer in juiste positie en keek nogmaals goed waar mijn fiets stond. Het lange wachten begon. Om precies 5:48 uur was er een minuut stilte, gevolgd door het volkslied. Het was exact tien jaar na 9/11/2001, maar ik was vooral bezig met de extra mentale kracht die voor deze wedstrijd nodig zou zijn.

Het laatste uur voor de start ging snel voorbij, de pro’s gingen van start en langzaam aan schoof ik met mijn startgroep dichter naar de waterkant toe. Ik onderging het. Probeerde niet teveel na te denken, ik wilde uit mijn hoofd, en in actie komen.

Het water was best fris, na een week van rond de veertig grande is alles onder de dertig gewoon koud. Ik zwom wat heen en weer, ging vooraan liggen, en was goed weg.

Hard zwemmen, dit is wat ik kan. Na 200 meter probeer ik een wat rustige, langere slag te vinden. Ik kwam in mijn ritme, er zwommen twee dames in mijn buurt. Een daarvan haalde ik definitief in na het keerpunt en met de andere dame bleef ik stuivertje wisselen. Op een zeker punt merkt ik wel dat ik meer vermoeid werd, het ging ook hard, en zonder wetsuit is dat toch zwaarder.

De wisselzone was lang en lastig. Uit het water moest je direct stevig omhoog, dan stevig naar beneden richting tent. Met fiets aan de hand moest je het parc fermee uitklimmen. Mijn wissel voelde snel, ook al omdat er vier dames in de tent frommelden met hun helmen en startnummers, terwijl ik alles grijpklaar had liggen op mijn fiets. Gratis winst...

Het fietsen begon met een klim richting highway. Ik liet mijn benen rustig wennen, niet gelijk vol erin vliegen, eerst de fietsbenen vinden. Dat ging redelijk snel, in Park Mead begon ik flink door te trappen. De temperatuur was goed, de wind viel echt mee, het weer was gunstig. Ik keek af en toe om me heen, zag het landschap, zag alle atleten op de weg, de eerste pro’s kwamen alweer terug. Ja, ik zat in de race en ja, dit is waar ik het hele seizoen naar had uitgekeken, dus Enjoy!

Ik had goede spanning op de benen. Sommige klimmetjes kon ik even doorpoweren zonder terug te schakelen. Verder was ik vooral druk in de weer met leegdrinken van de bidons. Wat voorgaande races niet goed liep door pech en - ook wel - verkeerde beslissingen (doorrijden bij vallen van een bidon) moest hier helemaal goed gaan. Ik mocht niets missen, het moest perfect gaan om het mezelf niet nog moeilijker te maken. Dat is gelukt.

Het keerpunt in Lake Mead was er eerder, eigenlijk veel eerder, dan ik had verwacht. Terug was meer dalen dan klimmen, alleen was de wind nu tegen en ook iets toegenomen. In de klimmetjes die er waren merkte ik dat mijn kracht wat afnam, merkte dat ik al iets vermoeid begon te raken. Mijn hartslag bleef ook lager dan ik wilde tijdens het klimmen.
Ik werd ingehaald door dames uit mijn categorie, heren uit startgroep na de mijne en degene die ik in haalde waren de ouderen uit de startgroepen voor mij.

Dit is dus zoals het is. Ik mis de scherpte, dus hier moet ik het mee doen. Ik richtte me op mezelf, en probeerde te genieten van wat ik deed, en waar ik dat deed. De power werd gaandeweg steeds een beetje minder. Inmiddels had ik ongeveer 70 kilometer gefietst, die laatste 20 werden nog lang.

Normaal gesproken kan je op zo’n moment gaan uitkijken naar het lopen, straks lekker lopen, denk je dan. Maar ‘lekker’ lopen zat er vandaag niet in, dat wist ik al wel, en dat maakte mijn gevoel er niet echt beter op.

Toen ik aankwam bij T2 was het al behoorlijk druk op het loopparcours. Ik gaf mijn fiets af, en rende richting tassen. Mijn tas werd direct aangereikt. Ik merkte dat ik geen haast maakte, achteraf bezien was ik angstig om te gaan lopen. Ik vertrok, zag Fred die me vol enthousiasme aanmoedigde als reactie om mijn ‘geblaas’. Ik liep voorzichtig, wilde niet direct te hard van start gaan, eerst maar even de loopbenen krijgen.

Het eerste gedeelte van het parcours liep naar beneden. Ik zette kleine stappen, durfde geen grote passen te maken uit voorzichtigheid met mijn blessure. Nog voordat ik bij de eerste drankpost was begon het - inmiddels vertrouwde - gevoel van trekken in mijn knie op te spelen. Ik liep door.

Omhoog was al niet beter, het gevoel in mijn knie zwol aan. Het rekken van de pees hielp niet, dat gaf juist een pijnlijk, beknellend gevoel. Ik denk dat er toen iets knapte. Ik had pijn, en dat wat verlichting zou moeten geven, deed alleen maar meer pijn. Alle hoop dat ik toch nog redelijk zou kunnen lopen vloeide weg.

Ik werd zo emotioneel dat ik moeite had mijn ademhaling te controleren, op het moment dat ik bij Fred aan kwam was ik ronduit overstuur. Ik wilde niet meer, wilde eruit, stoppen. Ik kon dit niet verdragen. Het is afgelopen, klaar. Ik ga niet nog 17 kilometer wandelen, en dan over de finish doen alsof ik blij ben. Dat is niet de prestatie die ik voor ogen had.

Fred spoorde me aan, wandel eerst nog een stuk, bedenk of dat je dit echt wilt. Wandelen?! Wandelen?! Nee, dit is niet zoals ik het wil, ik ga niet dat hele stuk nog...

Maar ik begon te wandelen, en daarna weer te dribbelen. Ik dribbelde omhoog en het ging enigszins, dit tweede gedeelte van het loopparcours liep lang omhoog en bovenaan, keerde je om en moest je weer terug. Naar beneden ging echter minder goed, de klappen op mijn knie werden groter en pijnlijker. Af en toe wandelen gaf wat verlichting, bij de drankpost liet ik me aanmoedigen door de enthousiaste vrijwilligers en dribbelde ik weer verder.

De tweede ronde ging in, de pijn werd heviger, de wandelpauzes werden langer en de dribbelstukken korter. Regelmatig raakte ik uit balans van de pijnscheuten.

Eenmaal beneden lukte het dribbelen helemaal niet meer. Opnieuw raakte ik overstuur, liep huilend over het parcours en weer wilde ik uitstappen. Bij Fred aangekomen had mijn wanhoop op het hoogtepunt bereikt, ik stond echt hysterisch te schreeuwen, schoppend tegen de rekken.

Of hij nou echt dacht dat ik blij zou zijn als ik wandelend de finish zou halen??!! Ik ga mezelf dit niet aandoen, ik trek het niet, ik wil het niet!

Fred praatte op me in, wilde dat ik weer ging lopen, koppelde me aan een andere atleet die wandelend voorbij kwam en ik, ik liep weer door. Met Fred naast me. Hij praatte, ik heb geen idee wat hij zei eigenlijk.

Maar ik kalmeerde wat, door Fred zijn aanwezigheid, door het in het beweging zijn, door de aanmoedigingen van de toeschouwers, om opeens weer overspoeld te worden door verdriet, dit was niet wat ik wilde, dit is niet waardig, dit is niet zoals het hoort.

Ik begon zelf te praten, over mijn blessure, over dat ik eigenlijk wel aangevoeld had dat het niet zou werken, waarom ik zo stom was om me vast te houden aan hoop, dat ik beter zou moeten luisteren naar mijn intuitie en dat ik nooit had moeten gaan. En ondertussen wandelden we over het parcours. Ik wilde zo graag harder dan dit, mijn hoofd was zo gefrustreerd dat ik niet sneller kon, af en toe probeerde ik weer en vlak voordat de derde ronde inging, schakelde ik over van dribbelen in huppelen. Dit ging, dit deed geen pijn!

Fred spoorde me aan, ik huppelde de derde ronde in. Dan maar zo... Ik wisselde het huppelen met wandelen af. Hoe erg ik het ook vind, meer zit er niet in. Het parcours was nu behoorlijk leeg, ik begon de andere atleten te herkennen, en zij mij. We moedigden elkaar aan, positief. Ik zou het gaan redden volgens hen, ik zou er komen, desnoods wandelend.

Eigenlijk wilde ik schreeuwen dat ik dit niet wilde, dit is niet zoals het hoort. Huppelen is niet de manier om de finish te halen. Het voelde bijna als een vernedering, alsof ik met iets belachelijks bezig was. Maar ik huppelde door. Fred liep mee.

De reacties op mijn ‘skipping’ van het nog steeds aanwezige publiek waren wel fijn. Het moet er vast leuk hebben uit gezien, maar leuk voelde het niet. Toch drong zich een gedachte aan me op: 'En nu wil ik die stomme medaille hebben ook'.

De laatste afdaling en dan de finish. Ik dribbelde wat, huppelde wat, probeerde harder te gaan. Fred ging vooruit, naar de finish, en ik, ik huppelde hard naar de finish, zag allemaal lachende gezichten, dit vonden ze prachtig. Ik hoorde mijn naam, gejuich, applaus, ik kreeg kippenvel. Ik was er, ik had het gered. De finish, de medaille, de vriendelijke woorden van de dame die mij opving na de finish...

Fred en ik hadden nauwelijks emoties na de finish, we hadden alles al gehad. We waren allebei mentaal helemaal leeg.

En hoe ik me nu voel, anderhalve dag na de race? Ik ben bijgekomen, maar nog wel teleurgesteld, en dit hele verslag opschrijven maakt me ook weer verdrietig... De trots is er nog niet, dat zal nog wel komen als ik deze ervaring wat heb verwerkt.

Hartverwarmend zijn alle lieve, bemoedigende en steunende berichten van iedereen in mijn omgeving. Bedankt daarvoor.

Nu is het tijd voor vakantie, echt vakantie. We gaan nog even genieten van andere mooie dingen in het leven.

Viva Las Vegas!

2 opmerkingen:

  1. Wauw, wat een mooi verslag Es!!
    Wat kunnen er toch een hoop emoties door je lijf stromen.
    Goed van je dat je de race afgemaakt hebt, al snap ik je boosheid en teleurstelling tav je knie!
    Lten we snel en dag nar de sauna gaan!
    Mr

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jee, wat eem kanjer ben je! Ik zit met tranen in mijn ogen je verslag te lezen. Wat een top man heb je ook, wat mogen jullie blij zijn met elkaar!
    Nogmaals, ik vindt je een topper en wat een doorzetting. Tuurlijk ben jij teleurgesteld, maar ik als leek, vindt het een TOP prestatie.

    BeantwoordenVerwijderen

Esther Brakenhoff Shared by WpCoderX Copyright © 2014

Mogelijk gemaakt door Blogger.